Wat er allemaal te weten valt over Nosagveren
Help, mijn zigzagveer is gebroken, kan ik hem zelf repareren?
Waar kan ik een nieuwe nosagveer kopen? Wat voor verschillende golfveren zijn er? Zo'n langwerpige platte veer in mijn bank, hoe heet die eigenlijk? Hoe zit een nosagveer eigenlijk vast?
Herkent u zich in één of meer van deze vragen? Lees dan verder, want de kans is groot dat u hier de antwoorden vindt op uw vragen.
Of spring direct naar het juiste hoofdstuk:
- De oorsprong van diverse veringen
- De moderne platstoffering
- De nosagveer, ook wel golfveer of zigzagveer genoemd
- Hoe worden nosagveren bevestigd?
- Hoe vervang ik zelf een nosagveer of clip
De oorsprong van de diverse veringen
De eerste veringen in zitmeubels werden gemaakt met dubbelconische veren, ofwel springveren.
Afb. 1. Springveer 5x36 (5 slagen hoog, 3,6mm draaddikte), staal verkoperd
Deze vering werd op een bodem van gevlochten jutesingels vastgenaaid, en aan de bovenkant werden de vering aan elkaar 'gekoppeld' met touw, zowel om ze op hoogte te stellen, als om de veren op een vaste afstand van elkaar te houden.
Afb. 2a. onderaanzicht |
Afb.2b. |
Afb. 2c. Een gestoffeerde
fauteuil |
Zoals u hierboven kunt zien, worden de veren eerst vastgenaaid op een juten singelmat (Afb 2a). Daarna worden ze met touw aan elkaar gekoppeld (Afb. 2b). In dit meer unieke geval van het getoonde meubel, worden de veren bij het koppelen hoogstaand gelaten, en om de veren dan op hun plek te houden, worden ze langs de bovenrand van het verenstel eerst vastgebonden met een staaldraad (ofwel kantdraad). Dit gebeurt voor het koppelen. Na het koppelen wordt er een dichtgeweven jutedoek over de veren gespannen, en wordt het geheel afgedekt met van oudsher natuurvullingen zoals paardenhaar, crin végètal (krijn, lett. "plantaardig paardenhaar"). Dit geheel wordt op zijn plaats vastgenaaid, en op haar beurt afgedekt met een (katoenen) wattenlaag. Nu kan de bekleding erover. Dit geheel heet in vakjargon een 'hoogstoffering'.
U begrijpt, dit is een behoorlijk arbeidsintensief karwei. En zoals met alle arbeidsintensieve taken, is men in de industrie voortdurend op zoek geweest naar snellere methoden van (meubel)constructie, liefst met behoud van kwaliteit.
Kant en klare veringen
Om de arbeidsintensiviteit van de stoffering van meubels drastisch te verminderen, ging men kant en klare verenpakketen produceren, bij elkaar gehouden met ijzerdraad en of bandijzer. Dit noemde men vereninterieurs.
Afb. 3a Het vereninterieur |
Afb. 3b. Een vereninterieur op een eetkamerstoel. |
Hierdoor kon de uiteindelijke stoffeerder gewoon de veren op zijn plek leggen, bevestigen met krammen aan de romp, en met in verhouding nog maar een handvol touwen stellen. Op deze wijze kon men in dezelfde tijd veel meer meubels produceren, met behoud van de kwaliteit van de vering. Het enige verschil dat het interieur maakte met de losse veren, is dat losse veren een geruisloze zitting vormen. In het interieur worden de veren bij elkaar gehouden, door de veren door elkaar heen te draaien (goed te zien op afb. 3b). Hierdoor ontstaat een kenmerkend zacht geruis van de zitting wanneer men er gebruik van maakt.
En nog steeds stond de ontwikkeling niet stil. Dergelijke vereninterieurs zijn natuurlijk leuk voor grotere bankstellen en rookstoelen, maar wat moest men aan met eetkamerstoelen?
afb.4a. De stoelinterieur |
afb. 4b. Patentveer of verengarnituur |
Geen enkel probleem: ook voor het formaat van stoelen ging men interieurs produceren, zij het op basis van de ouderwetse springveer (afb. 4a). Doordat deze veren gesloten waren, kon men ze niet meer door elkaar vlechten, dus werden de veren verbonden met een spiraal onderling, en staaldraad of bandijzer aan de buitenkant. Bij voorkeur werd het interieur rond van vorm gemaakt, om zo in vrijwel ieder model stoelraam te passen.
Daarnaast ging met ook het verengarnituur, ook patentveren genoemd, produceren (afb 4b). Hierbij werden enkel-conische veren aan de onderkant met bandijzer bij elkaar gevlochten, en aan de bovenkant bij elkaar gehouden met een kantdraad. Onderling worden ze met verenklemmen bij elkaar gehouden. Het voordeel van ditverentype, is dat het redelijk laag verzinkt in het raamwerk, en de zitting daardoor zijn platstoffering kon behouden.
Hoogstoffering? Platstoffering?
Wellicht heeft u het al uit de tekst opgemaakt, maar een hoogstoffering is een stoffering met een redelijk hoge opstaande kant, vervaardigd uit veren met een natuurlijk vullingtoplaag, welke met behulp van vakkundige naaisteken in vorm gebracht zijn. Hier vallen moderne schuimstofferingen, ongeacht de hoogte van de voorkant, dus niet onder.
Een platstoffering is dan eigenlijk de verzamelnaam van alle overige stofferingen, waar de vullingen niet afgenaaid worden. Of dat nou een stoelzitting is die slechts gevuld is met crin en watten, paardenhaar en watten, of een schuimstoffering, ze vallen er allemaal onder.
De moderne platstoffering
Waar de klassieke platstoffering voornamelijk bestond uit jute singelband (afb. 5a) met een laagje vulling tussen jutedoek, brachten de opkomst van schuimen (natuurlijk schuimrubber > synthetisch schuimrubber > schuimplastics > hedendaagse polyurethaanschuimen als polyether en polyether-koudschuim) veel meer mogelijkheden voor platstofferingen in moderne, strakke ontwerpstijlen. Maar ondanks dat de schuimen van zichzelf al voldoende vering hadden, volstond het voor de kwaliteitsvraag niet om deze slechts op een jute singelmat te blijven verwerken.Men ging dus doorontwikkelen op zo plat mogelijke veringen.
Afb. 5a Jutesingel |
Afb. 5b. Pirellisingel/Rubbersingel |
Afb. 5c. Elastisch singelband |
Singelband als vering
De eerste route van doorontwikkelen was op basis van singelbanden. De stugge rekloze jute singelband was er al, maar met rubber in opkomst, werd er (redelijk succesvol) geëxperimenteerd op een verende singelband, door een rubberen band te ontwikkelen met een open geweven canvas kern als versteviging (afb. 5b). Een groot probleem van rubber is de beperkte levensduur, wanneer deze in open lucht (de onderkant van de zitting) en warme omgevingen bij huisamer temperatuur gebruikt werd. Het rubber droogt dan relatief snel uit, waardoor de singelband versteend en makkelijk kapot kraakt. Het is nog steeds verkrijgbaar, maar wel tegen de hoofdprijs in vergelijking met alternatieven. Een uitstekend alternatief is de later ontwikkelde elastisch singelband (afb. 5c). Ook hier wordt rubber in gebruikt, alleen wordt het rubber nu gebruikt als rekbare kern in een polyester draad, waarvan de singel geweven is. Hierdoor is het rubber relatief goed tegen omgeve=ingsinvloeden beschermd, en gaat deze singelband een heel stuk langer mee dan zijn volrubber voorganger.
Plattere stalen veren
Afb.6. De lange trekveer
De tweede route van doorontwikkelen was op het gebied van stalen veren. Zo kwamen er fauteuils uit waarin in de breedte van de zitting (en soms ook de rug) lange trekveren (afb. 6) opgespannen werden. Hier bovenop konden losse (schuim)kussens gelegd worden en kreeg je de eerste redelijk platte, strakke kussenstofferingen. Om de stof van de kussens te beschermen, werden de trekveren eerst voorzien van een katoenen kous, of spande men een zware katoen doek over het geheel.
Afb. 7a. De spiralette |
Afb. 7b. Spiralettes verwerkt in een Spectrum Martin Visser bank |
De volgende ontwikkeling werd nog platter: de spiralette, zoals in afb. 7a en 7b. In wezen lijkt dit op een trekveer, alleen dan uitgerekt, en plat geslagen. In tegenstelling tot de trekveer, werden deze veren in de diepterichting van de bank opgespannen, zodat men met deze vering ook grotere meubels zoals banken in nieuwe strakke en lineaire ,modellen kon ontwikkelen. Een ontwikkeling die de weg vrij maakte voor het moderne strakke design, en legio andere mogelijkheden. Maar net als de trekveer, komt ook deze veer niet veel meer voor, De ontwikkeling stond namelijk niet stil. De volgende ontwikkeling was de veer zoals we die nu kennen:
Afb.8. De Nosagveer
De Nosagveer, ook wel golfveer of zigzagveer genoemd
De draaddikte van de nosagveer
In tegenstelling tot de spiralette, lopen de bogen van de nosagveer heen en weer voorwaarts, in een golvende beweging. De veer is gemaakt van verenstaal, en om verschillende hardheden te creëren, worden ze gemaakt in verschillende draaddikten: 2,8mm, 3,0mm, 3,2mm, 3,4mm, 3,6mm, 3,8mm en 4,0mm. Hierbij geldt hoe dikker de veer, hoe zwaarder de veer. Veren met dunnere draaddikten (2,8 t/m 3,4mm) zijn uitermate geschikt voor rugveringen, die niets te dragen hebben, maar alleen tegendruk hoeven te leveren. De veren van 3,6mm en dikker zijn dan weer ideaal voor zittingen, waar het volle bovenlichaam gedragen moet worden door de veer. Hierbij gold: hoe dieper de zitting, hoe dikker de veer.
Een romp waar nosagveren in verwerkt worden, moet voorzien
worden van een deugdelijk raamwerk dat niet ontwricht kan worden
door de spanning van de veren. Doorgaans wordt er voor het
zittingraam dan ook gebruik gemaakt van twee meest gebruikte
oplossingen:
- een raamwerk van zware beukenregels, verstevigd met een extra
stutregel of stutschot per zittingscheiding
- of een raamwerk van stalen buizen, eveneens met een stutregel per
zittingscheiding
Of het meubel nu verder een spaanplaatromp is, of een zware beuken romp, dit zijn de minimale vereisten voor het raamwerk van een nosagvering. In hedendaagse nieuwe meubels worden voor de rug nog zelden nosagveren gebruikt, hier volstaan doorgaans elastische singelbanden al. Voor de zitting worden ze des te meer gebruikt, en verreweg de meest gebruikte draaddikte is 3,8mm. Dit, omdat de draagkracht ook geregeld kan worden door de onderlinge afstand van de veren aan te passen, in paats van voor een andere dikte veer te kiezen.
De slag van de veer en de maten van de veer
Afb. 9. De slag van een nosagveer
Sinds de originele Britse patenthouder van de "No-Sag Springs" niet meer bestaat, bestaat er geen uniformiteit meer in de breedte van de veer en de grootte van de slag van de veer. Het enige waar men het nog steeds over eens is, is wat men een hele en/of halve slag van de nosagveer noemt. Zo zijn onze veren bijvoorbeeld ongeveer 4,5cm breed, en zijn de slagen van begin tot eind ongeveer 4cm groot. Maar daarnaast treffen we ook vaak genoeg veren aan die breder zijn, soms met slagen tot 6cm lengte. Bij het vervangen van een veer, moet dit goed vergeleken worden: als je in het midden van een zitting één veer wilt vervangen, kan hij dusdanig afwijken dat dit in de zitting een bult of kuil oplevert. Of dat het gewoon te voelen is aan het verschil in zitcomfort.
Afb.10. Nosagveer op de rol
De vorm van de veer
De eerste veren werden geleverd op grote lange rollen van 30 tot 50 meter, wellicht zelfs langer aan de meubelindustrie. De meubelfabrikant moest de veer dan zelf op de gewenste lengte knippen. Dit had tot gevolg dat de veren vrijwel allemaal rond waren, maar nooit overal even rond: de kromming op de buitenkant van de rol is natuurlijk een stuk minder dan de kromming die je in het midden van de rol te zien krijgt. Deze sterke kromming van de veer zorgt er ook voor dat de veer nooit vlak op te spannen is, met als resultaat dat het verenvlak in het midden 5, tot soms 10 tot 15 cm hoger staat dan de bovenkant van het raamwerk. Vervolgens moet je genoegen nemen met een bolle zitting, of het hoogte verschil tussen de lage kanten en het hoge midden egaliseren met een onderlaag vulling.
Afb.11. Kant en klare ronde nosagveer
Uiteraard mocht de nosagveer dan al bestaan, ontwikkelingen op dit gebied stonden net zo min stil. Naar mate de veer meer en meer in gebruik raakte in de meubelindustrie, werd het voor meubelfabrikanten, om arbeidskosten te drukken, zeer aantrekkelijk om de ronde nosagveren in een van tevoren besproken standaardmaat te laten aanleveren. De veren hoefden niet meer geknipt te worden, ze konden zo van de pallet in het meubel geassembleerd worden.
Afb.12. Kant en klare licht gebogen nosagveer
En nu de productie van de veer toch naar wens aangepast kon worden, werd het ook aantrekkelijk om de nosagveer met slechts een lichte buiging te laten produceren. Als deze nosagveer opgespannen wordt in het frame, ontstaat er nu wel een vlakke zitting. Dit brengt vele voordelen met zich mee:
- Een ronde veer begint pas te doen wat hij moet doen (veren), als de veer net zo ver naar onder gebogen is als hij in onbelaste stand naar boven staat. De vlakke veer veert direct.
- Doordat een ronde veer eerst zover moet doorbuigen, ontstaat het risico dat hij door de tegendruk (en door het feit dat het menselijk zitvlak geen vlakke vorm heeft) niet recht naar beneden buigt, maar opzij schuift of in de ergste gevallen zelfs omklapt. Om dit te voorkomen werden ook de nosagveren gekoppeld met touw, kantdraad of elastieken. Ondanks dat dit bij vlakke veren niet nodig is, worden er relgelmatig elastieken of koppelingen in aangetroffen, omdat men daarmee het draagvlak wil vergroten. Dit was dus echter NIET de oorspronkelijk reden van de koppeling.
- Omdat een licht gebogen veer vlak opgespannen wordt, kan er direct een vlakke vulling overheen aangebracht worden. Dit leverde nieuwe mogelijkheden voor hoogkwalitatieve rank gestroomlijnde meubelontwerpen.
Hoe worden nosagveren bevestigd?
Clips, buishaken en clipstrips
Afb.13a. Nosag clip |
Afb. 13b. Vol kunststof clip met weerhaak |
Afb.13c. Nosag buishaak |
Afb.13d. Nosag clipstrip |
Er zijn heden ten dage zijn er diverse manieren om nosagveren te bevestigen. het belangrijkste is dat ze aan één hoofdvoorwaarde voldoen: De bevestiging moet op zo'n manier ontwikkeld en bevestigd zijn, dat de veer na montage 'vrij' binnen het raamwerk hangt. Met andere woorden, de veer mag niet op of over de regel liggen waar deze op bevestigd is. Dit is omdat de veer , zowel de ronde als de licht gebogen, rond van aard is. Als je deze dus op of over de regel bevestigd, zal hij zichzelf los gaan wrikken. Dit moet dus altijd in acht genomen worden, zowel bij uw keuze voor het type bevestiging, als bij het bepalen van de maat van de veer.
Wat misschien ook opvalt aan de afbeeldingen (afb.13 a-d), is dat al de bevestigingsmaterialen, van clips tot clipstrip, geheel of gedeeltelijk van kunststof zijn. Zelfs de eerste clips, die een voorganger is van afb.13a en er grotendeels hetzelfde uit zag, was voornamelijk van metaal, met een stukje plastic in de binnenbocht. De reden hiervoor is dat nosagveren bewegen wanneer ze gebruikt worden. En bewegend metaal op metaal gaat vervelend geluid maken dat niemand uit zijn meubel zou willen horen. Een kunststof coating om de clip of buishaak, of een clip van vol kunststof voorkomt dit probleem.
Zowel de standaardclip, als de kunststof clip, kunnen op meerdere manier bevestigd worden. Zoals u in het filmpje kunt zien, kan dat gewoon met schroeven, maar de eerste clips werden met kartelnagels vastgemaakt. Dat zijn een soort spijkers, met een kartelrand over de stift voor meer houvast. Uiteraard vergt die vorm van montage een stuk meer tijd. In de industrie zijn ze al vrij vroeg overgestapt op de tacker, een industriële meubelmakersnietmachine. Hiervoor gebruikte men lange nieten. Dit leverde enorme tijdswinst op, maar kwam met een even zo groot nadeel: nieten, ook de meubelmakersnieten, zijn van een stuk zachter metaal waardoor zelfs goed gemonteerde clips toch nog onder de spanning loswerken na verloop van tijd. Simpelweg omdat de nieten op een gegeven moment breken, en niet meer voldoende houvast biedt om de clips op hun plek te houden.
Voor de plaatsing van de veren wordt, op basis van de diepte van
de zitting, de onderlinge hart op hart (HoH) afstand van de veren
bepaald. Dit zal doorgaans variëren tussen 8cm en 12cm HoH, en hoe
dieper een zitting is, hoe dichter de veren op elkaar zullen
zitten. Nadat die verdeling is uitgemeten en afgetekend, worden de
clips bevestigd. Het voordeel van de vol kunststof clip ten
opzichte van de standaardclip, is dat deze komt met een
'afstandhouder', een soort hoekje waarmee je hem tegen de regel aan
schuift, zodat hij direct de juiste overhang over de regel krijgt.
Het nadeel is dat deze clip door zijn weerhaakje alleen geschikt is
voor zittingen, waarvaan de regels kaarsrecht tegenover elkaar
staan. Zou je deze gebruiken op een ronde regel, dan komt de
nosagveer al half uit de clip te hangen, en zal deze niet
verantwoord bevestogd zitten voor een lange levensduur.
Wanneer de clips geplaatst zijn, worden de veren erin gehangen.
Zoals gezegd, is dat bij de kunststof clip het enige dat hoeft te
gebeuren, het weerhaakje houdt de veer verder op zijn plaats. De
standaarclip moet echter dan nog plat getikt worden, en afgewerkt
worden met nog één of twee laatste nagels, schroeven of nieten om
de clip dicht te houden.
De recentste ontwikkeling voor bevestiging op hout is de clipstrip. Deze worden van tevoren al in een standaard HoH maat geleverd, in rollen van een paar honderd clips per rol. Je knipt de gewenste lengte af, schiet hem op de regel, en hangt simpelweg de veer erin. En dit is niet eens de laatste nieuwe variant: Er is een nieuwere, die al heel vaak gebruikt is, maar op zijn minst door de Nederlandse groothandels alweer van de markt gehaald is. Hij was namelijk drastisch slechter. Om te besparen in materiaalkosten, werd het oogje uit drie of vier kunststof ringetjes vervaardigd, en hing dan vervolgens met enkele laspuntjes aan de strip. Het resultaat is dat in verreweg de meeste meubels waar ze in gebruikt zijn, de oogjes binnen 1 a 2 jaar al van de strip afbraken, wat uiteraard en volkomen terecht een hoop garantiegezeur met zich mee bracht. In een flink deel van de industrie zijn ze dus, waar ze al gebruikt worden, teruggestapt op deze eerste variant van de clipstrip.
Afb.14. Een kant en klare nosag bruisframe onderzitting, ongestoffeerd
De laatste vorm van nosagbevestiging is de nosag buishaak of buisframehaak. Deze vorm van bevestiging zelf is eigenlijk door de jaren heen weinig veranderd. Welliswaar waren de eerste buishaken ongecoat, maar dat was al snel aangepast. Wel bracht deze variant andere ontwikkelingen op gang. Zo kwamen er fabrieken, die begonnen met het fabriceren van standaard kant en klare buisramen van ca. 55x65cm, zodat een meubelfabrikant alleen de romp en de kussens nog hoefde te maken. Of fabrieken waar je kant en klare buisramen kon bestellen in de maat die een meubelfabrikant nodig had voor zijn ontwerp. Ook kwam er de extra optie om de ramen al voorgestoffeerd geleverd te krijgen. Ook kon men grotere meubels gaan ontwikkelen, waar het houten raamwerk verstevigd werd met een metalen binnenraam, waar vervolgens de vering aan aangebracht kon worden. Al met al opende de buishaak een weg naar legio nieuwe mogelijkheden.
Hoe vervang ik een nosagveer/nosagclip?
De voorkeur van montage van een nosagveer is altijd op de
bovenkant van de regel van de zitting. Een herstoffeerder zal dan
ook altijd een meubel tot het raamwerk kaal maken, wanneer hij ook
het binnenwerk moet repareren en/of vervangen. Dan zal hij waar
nodig is de veren compleet los halen, nieuwe clips plaatsen, en
vervolgens de oude of nieuwe veren terugplaatsen.
Maar die ideale mogelijkheid komt helaas niet altijd voor. Vaak is
het meubel nog in prima staat, en is er slecht één of enkele veren
gesprongen, of zijn de clips losgewerkt. In dat geval zal het
meubel zeker niet kaal gemaakt worden, dan wordt er voor een
noodoplossing gekozen.
Wanneer het een bevestiging met buishaken betreft, is de veer er van onderaf zeer eenvoudig in te haken wanneer de haken nog intact zijn. Zijn juist de haken kapot, dan wordt het al iets lastiger, maar deze zouden in verreweg de meeste gevallen gewoon van onderaf te vervangen moeten zijn. Hetzelfde geldt voor de bevestigingen met hard kunststof clips en de clipstrips wanneer deze nog niets mankeren: haak de kapotte veer uit, hang de nieuwe veer erin. Als deze versies clips echter wel kapot zijn, dan wordt gaat het al wat lastiger worden...
In dat geval zult u namelijk de oude clips moeten verwijderen, omdat montage van onderaf alleen mogelijk is met de standaard clip en de oude in de weg gaan zitten. Wanneer de oude clips zijn verwijderd, monteert u de standaard clip aan de BINNENZIJDE van de regel (zoals in de video). Doe dit altijd met schroeven; spijker of nieten zullen in een mum van tijd losgwrikt zijn, en dan kunt u opnieuw beginnen. Monteer de clip ook zodanig hoog dat de veer net iets boven de regel uit komt te steken (waar hij voor die tijd dus ook zat), De standaard clip wordt met de lange zijde eerst aan het hout geschroefd. Daarna wordt de veer met de ronding naar de zitting toe ingehaakt, de korte zijde van de clip ietwat aangetimmerd, om vervolgens ook vast geschroefd te kunnen worden. Doe dit op de tegenoverliggende zijde op precies dezelfde wijze, en klaar is de klus.
Als dit met alle veren gedaan is waar dat nodig was, bent u klaar. Of bijna klaar. Als het meubel van zichzelf een open romp heeft (de veren zijn standaard zichtbaar), dan is de klus geklaard. Als het normaal een gesloten meubel is, zal er voor het mooie ook nog een nieuw stukje onderdoek onder mogen. Maar dat is geheel aan u zelf.
Natuurlijk kan het zijn dat er iets nog niet helemaal duidelijk is, of dat u op of aanmerkingen heeft. Geen probleem, laat ons dit weten via 010-412 42 16 of info@pootendop.nl
Succes!!